Taal

Om tot leren te komen op school hebben leerlingen in de groepen 1 tot en met 4 een goede woordenschat en zinsbouw in het Nederlands nodig. Kinderen moeten kennis hebben van de Nederlandse taal voordat ze de aangeboden lesstof op school goed kunnen begrijpen.

 

Nederlandse taal leren begint al van kleins af aan. Praten tegen jonge kinderen en vanaf kleins af aan voorlezen helpen de woordenschat goed vooruit. Kinderen hebben vanaf jonge leeftijd behoefte aan het benoemen van dingen. In alle dagelijkse handelingen thuis, op het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal en de basisschool kunnen we taal gebruiken. Door veel uit te leggen en in gesprek te gaan over allerlei verschillende onderwerpen leren de kinderen spelenderwijs de taal.


Aan het einde van de basisschool gaan we er vanuit dat kinderen een Nederlandse woordenschat hebben van 15.000 woorden. Sommige leerlingen vinden het moeilijk om de Nederlandse taal voldoende te leren. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat er thuis een andere taal wordt gesproken. In de groepen 5 tot en met 8 leren de kinderen wat taal eigenlijk is. Hoe ze deze moeten inzetten en wanneer ze bijvoorbeeld een hoofdletter, punt of komma moeten gebruiken.


Leerproblemen op taalgebied kunnen al voorkomen op jonge leeftijd. Kinderen hebben baat bij extra bijles op het gebied van taal. De taal is de basis van alle leervakken op de basisschool.


In de bijles oefen ik themagericht de woordenschat en zinsbouw van kinderen. Iedere les hebben we een ander onderwerp wat herkenbaar is voor de kinderen. Denk hierbij aan de winkel, dieren, verkeer, enzovoort. De woorden en zinnen worden geoefend met verschillende soorten boeken, woordkaarten en afbeeldingen. Kinderen krijgen eerst de woorden aangeboden waarna we in verschillende soorten spelletjes de taal verder gaan oefenen. Kinderen krijgen na de bijles ook huiswerk mee omdat nieuwe woorden minimaal 7 keer geoefend moeten worden voordat deze woorden in het hoofd blijven zitten.


Bij oudere kinderen oefenen we per bijles een ander gebruik van de taal. We oefenen met wanneer gebruik ik een hoofdletter en een komma. Dit gebeurt met verschillende soorten werkbladen en de computer. Ik maak o.a.  gebruik van het programma Gynzy om de bijlessen te ondersteunen.


Naast het oefenen in de bijles geef ik ouders advies voor thuis hoe ze op een goede manier taal kunnen oefenen.